Kunstmatige intelligentie (AI) beïnvloedt in hoog tempo ons dagelijks leven, werk en onderwijs. Om studenten in het hoger beroepsonderwijs goed voor te bereiden op hun toekomst, is het essentieel dat zij niet alleen leren omgaan met AI, maar ook kritisch kunnen nadenken over de werking, toepassingen en gevolgen ervan.
Deze website ondersteunt opleidingen bij het ontwikkelen van onderwijs dat aansluit bij de actuele digitale transformatie én bij maatschappelijke en wettelijke kaders, zoals de Europese AI-verordening (AI Act). De zeven thema’s op deze site vormen samen een compleet curriculum voor digitale geletterdheid en AI op hbo-niveau.
Wie AI gebruikt, moet begrijpen hoe het werkt – van algoritmen tot machine learning. De AI-verordening beschrijft duidelijke verplichtingen voor aanbieders en gebruikers van AI-systemen. Begrip van AI-technologie is de eerste stap in het herkennen van risico’s. Dit sluit aan bij Stap 2 van de AI Act: "Is ons systeem AI?". In het funderend onderwijs sluit dit aan bij computational thinking en ICT-basisvaardigheden. Binnen het DigCompEdu-raamwerk hoort dit bij ‘Digitaal onderwijzen en leren’.
AI werkt via software, data, instellingen en online platforms. Digitale vaardigheden zijn cruciaal om verantwoord gebruik te maken van AI. De AI-verordening stelt eisen aan gebruiksverantwoordelijken, zoals veilige configuratie, datagebruik en toezicht. Dit sluit aan bij Stap 4 van de AI Act: "Verplichtingen". Dit onderdeel past binnen ICT-basisvaardigheden in het po/vo en bij het DigCompEdu-domein ‘Digitale middelen gebruiken’.
Generatieve AI zoals ChatGPT of DALL·E wordt breed toegepast in beroepen. Studenten leren hoe ze deze AI verantwoord en passend inzetten binnen hun vakgebied. De AI Act stelt transparantieverplichtingen voor generatieve AI: gebruikers moeten weten dat de output kunstmatig is. Dit staat in Artikel 52 van de AI Act. Dit thema sluit aan bij mediawijsheid in het funderend onderwijs en bij ‘Leren faciliteren’ in DigCompEdu.
AI roept vragen op over privacy, controle en mensenrechten. Studenten leren risico’s herkennen, de wet toepassen (zoals AVG of de AI Act) en nadenken over maatschappelijke gevolgen. De AI Act verbiedt toepassingen zoals social scoring en ongerichte gezichtsherkenning, en eist risicobeheersing bij hoog-risico AI. Dit sluit aan bij Stap 1 en 4 van de AI Act. In het funderend onderwijs gaat het hier om mediawijsheid en informatievaardigheden. In DigCompEdu valt dit onder ‘Empoweren van lerenden’.
AI-output lijkt vaak geloofwaardig, maar kan fouten, bias of misinformatie bevatten. Kritisch denken is nodig om menselijk toezicht te kunnen uitoefenen – een vereiste binnen hoog-risico AI volgens Artikel 14 van de AI Act. Dit sluit aan bij informatievaardigheden in het po/vo en bij ‘Evalueren en reflecteren’ in DigCompEdu.
AI kan creatieve processen ondersteunen. Studenten leren AI gebruiken bij brainstorms, ontwerpen of contentproductie. Bij krachtige modellen gelden extra eisen vanuit de AI Act, zoals risicoanalyse en documentatieplicht (Artikel 55). Dit thema raakt aan computational thinking in het funderend onderwijs en hoort bij ‘Digitale inhoud creëren’ in DigCompEdu.
AI vereist strategie. Studenten en docenten leren hoe je beleid ontwikkelt en uitvoert binnen onderwijsinstellingen. Volgens de AI Act moeten organisaties systemen voor risicomanagement, kwaliteitscontrole en monitoring opzetten. Dit geldt met name voor overheden en instellingen die hoog-risico AI inzetten. Dit thema past binnen mediawijsheid en kritisch burgerschap in het funderend onderwijs, en bij ‘Professioneel handelen’ in DigCompEdu.
De thema’s van deze website bouwen voort op het curriculum van het primair en voortgezet onderwijs, waarin digitale geletterdheid vier onderdelen kent: ICT-basisvaardigheden, informatievaardigheden, mediawijsheid en computational thinking. In het hbo worden deze vaardigheden verdiept en toegepast in beroepsgerichte situaties.
Voorbeelden van doorlopende leerlijn:
Begrip van AI bouwt voort op computational thinking.
Digitale vaardigheden sluiten aan op ICT-basisvaardigheden.
Kritisch denken over AI sluit aan bij informatievaardigheden.
Visie en beleid rond AI bouwen voort op mediawijsheid en burgerschap.
De zeven thema’s sluiten aan op alle zes onderdelen van het Europese DigCompEdu-framework:
Professioneel handelen – Visie en beleid
Digitale middelen – Digitale vaardigheden
Digitaal onderwijzen en leren – AI in het vak
Leren ondersteunen – Prompting, begeleiding
Evalueren van leren – Kritische beoordeling
Empoweren van lerenden – Ethiek, privacy, AI-impact
Meer over DigCompEdu: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/digcompedu_en
De AI-verordening (AI Act) van de Europese Unie verplicht gebruikers, ontwikkelaars en instellingen tot verantwoord gebruik van AI. Onderwijs is daarin expliciet benoemd als ‘hoog-risico toepassing’. Studenten, docenten en onderwijsinstellingen moeten dus kunnen:
Herkennen of een systeem onder de AI-wet valt
Inschatten of een toepassing verboden of hoog-risico is
Handelen volgens de verplichtingen van de AI Act
Transparant omgaan met generatieve AI
Beleid en toezicht organiseren rond AI in het onderwijs
Deze website helpt je om die competenties op te bouwen, in lijn met de wetgeving die vanaf 2025–2026 stapsgewijs van kracht wordt in heel Europa.
European Commission. (2024). Artificial Intelligence Act. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32024R1689
European Commission. (2017). DigCompEdu: The Digital Competence Framework for Educators. https://joint-research-centre.ec.europa.eu/digcompedu_en
Curriculum.nu. (2019). Digitale geletterdheid: voorstellen voor een nieuw leergebied. https://curriculum.nu/leergebieden/digitale-geletterdheid/
Rijksoverheid. (2024). Gids AI-verordening - AI ACT Europa. https://www.ondernemersplein.nl/AIA
Strijker, A. (2025). Digitale Geletterdheid en AI. https://dgai.allardstrijker.nl/
Begrip van basisprincipes en technologieën van AI – De deelnemer kan basisprincipes en technologieën van AI herkennen en toepassen in praktische situaties.
Basiskennis generatieve AI – De deelnemer kan generatieve AI herkennen, beschrijven en gebruiken in eenvoudige toepassingen.
Privacy en veiligheid – De deelnemer kan bij het gebruik van AI rekening houden met privacyregels en veilige omgang met gegevens.
Ontwikkelen van digitale vaardigheden en AI – De deelnemer kan relevante digitale vaardigheden inzetten om effectief met AI-systemen te werken.
Prompting – De deelnemer kan doelgerichte prompts formuleren om bruikbare output van generatieve AI te verkrijgen.
Informatievaardigheden en AI – De deelnemer kan AI inzetten om informatie te zoeken, beoordelen en verwerken.
Toepassen van generatieve AI in vakspecifieke contexten – De deelnemer kan generatieve AI op een passende manier gebruiken binnen zijn of haar vakgebied.
Invloed op beroep en onderwijs – De deelnemer kan de invloed van AI op de beroepspraktijk en het onderwijs analyseren en toepassen in beroepssituaties.
Toepassing van AI voor onderwijs – De deelnemer kan AI inzetten ter ondersteuning van leren, lesgeven of beoordelen.
Leren met AI – De deelnemer kan AI-tools gebruiken om het eigen leerproces te ondersteunen en verbeteren.
Begrip van ethiek, wetgeving en maatschappelijke impact van AI – De deelnemer kan ethische, juridische en maatschappelijke aspecten van AI herkennen en er in handelen.
Ethische dilemma’s in AI – De deelnemer kan ethische dilemma’s rondom AI herkennen en erover reflecteren in praktijksituaties.
Wetgeving en regelgeving voor AI – De deelnemer kan de relevante wet- en regelgeving rondom AI toepassen in beroepshandelingen.
Maatschappelijke impact van AI – De deelnemer kan de maatschappelijke gevolgen van AI benoemen en duiden in relatie tot het eigen werkveld.
Duurzaamheid in AI – De deelnemer kan duurzame keuzes maken bij het gebruik of ontwerp van AI-toepassingen.
Kritisch omgaan met AI – De deelnemer kan AI-uitvoer kritisch analyseren en beoordelen op betrouwbaarheid en toepasbaarheid.
Analyseren van informatiebronnen – De deelnemer kan informatiebronnen, ook gegenereerd door AI, analyseren op inhoud, herkomst en waarde.
Beoordelen van AI-toepassingen – De deelnemer kan AI-toepassingen evalueren op bruikbaarheid, ethiek en effectiviteit.
Kritisch bevragen van inhoud – De deelnemer kan inhoud van AI-uitvoer kritisch bevragen en verifiëren.
Ontwikkelen van bewustzijn over bias en manipulatie – De deelnemer kan bias en manipulatie herkennen in AI-systemen en verantwoord daarmee omgaan.
Innovatie met generatieve AI – De deelnemer kan generatieve AI creatief inzetten voor innovatieve ideeën of oplossingen.
Toekomstperspectief AI – De deelnemer kan ontwikkelingen in AI duiden en vertalen naar kansen en risico’s voor de toekomst.
Creativiteit en AI – De deelnemer kan AI inzetten als hulpmiddel om creatieve processen te versterken.
Ontwikkelen en uitvoeren van visie en beleid – De deelnemer kan bijdragen aan het opstellen en uitvoeren van visie of beleid rond AI in de organisatie.
Beleid en regelgeving – De deelnemer kan beleid en regelgeving rond AI naleven en toepassen in concrete situaties.
Toetsing en onderwijs – De deelnemer kan AI verantwoord toepassen in het ontwerp en de beoordeling van onderwijs en toetsen.