Naam opleiding: Media, Onderwijs en Innovatie – Digitale Geletterdheid en AI
Module/vak: Digitale Geletterdheid en AI
Niveau: Propedeuse (jaar 1) HBO
Studiepunten (EC): 5 EC
Toetsvorm: Casustoets (schriftelijk of digitaal, individueel, met realistische beroepssituatie)
Toetscode: 2025DGAI
Afnameperiode: Start 1 september, studiejaar 2026–2027
Herkansingsvorm: Nieuwe casus, zelfde toetsvorm
Beoordeling: Individueel, op basis van rubric
Cesuur: Voldoende vanaf 42 van 70 punten
Afnameomgeving: Fysiek in toetszaal of via digitale toetsomgeving met toezicht
Examinator: A. Strijker
1. Begrip en gebruik van AI
Je kunt de basisprincipes en technologieën van AI herkennen en toepassen.
Je kunt generatieve AI herkennen, beschrijven en gebruiken in eenvoudige toepassingen.
Je kunt generatieve AI toepassen binnen je eigen vakgebied.
2. Prompting en digitale vaardigheden
Je kunt doelgerichte prompts formuleren voor bruikbare AI-output.
Je kunt relevante digitale vaardigheden inzetten om effectief met AI te werken.
3. Kritische informatievaardigheden
Je kunt AI inzetten om informatie te zoeken, beoordelen en verwerken.
Je kunt AI-output kritisch analyseren en beoordelen op betrouwbaarheid en toepasbaarheid.
Je kunt de inhoud van AI-uitvoer kritisch bevragen en verifiëren.
Je kunt informatiebronnen, ook van AI, analyseren op inhoud, herkomst en waarde.
4. Ethisch, juridisch en maatschappelijk bewust handelen
Je kunt handelen volgens wet- en regelgeving over AI (zoals de AI Act).
Je kunt rekening houden met privacy en veilige omgang met gegevens.
Je herkent ethische dilemma’s rondom AI en kunt hierover reflecteren.
Je kunt de maatschappelijke impact van AI benoemen en duiden.
Je kunt bias en manipulatie herkennen en er verantwoordelijk mee omgaan.
Je kunt duurzame keuzes maken bij gebruik of ontwerp van AI.
5. Leren en lesgeven met AI
Je kunt AI inzetten om je eigen leerproces te ondersteunen.
Je kunt AI verantwoord gebruiken in onderwijsontwerp, lesgeven of beoordelen.
6. Visie, innovatie en toekomstgericht denken
Je kunt generatieve AI creatief inzetten voor innovatieve ideeën of oplossingen.
Je kunt AI-ontwikkelingen vertalen naar kansen en risico’s voor de toekomst.
7. Beleid en organisatie
Je kunt bijdragen aan visie of beleid over AI binnen je organisatie of vakgebied.
Je kunt beleid en regelgeving rond AI naleven en toepassen in concrete situaties.
1. Type toets: Casustoets met kennisvragen
Een combinatie van gesloten en open vraagvormen, individueel afgenomen onder toezicht.
Onderverdeling van de toets:
1. Deel A – Kennisvragen (25% van het totaal)
Vorm: Meerkeuze, juist/onjuist, matching of korte invulvragen.
Doelen: Begrip van AI-principes, wet- en regelgeving, terminologie, functies van AI-tools.
AI-proof: Deze vragen zijn specifiek en contextueel geformuleerd, waarbij feitelijke kennis wordt getest die niet eenvoudig te googelen is.
2. Deel B – Casusopdrachten (75% van het totaal)
Vorm: Open vragen op basis van een of meerdere praktijkcasussen.
Doelen: Toepassing van AI, analyseren van AI-output, ethische en juridische afwegingen, beleidsvoorstellen.
AI-proof: Contextgebonden, vereisen eigen analyse, afwegingen en onderbouwing.
Extra opties:
• Afname digitaal of op papier, met toezicht.
• Geen AI-tools toegestaan tijdens afname (of alleen onder specifieke voorwaarden, zoals gecontroleerde prompting met log).
• Eventueel mondeling vervolg bij twijfel over authenticiteit of als verdieping.
Titel: Portfolio-opdracht – Verantwoord en innovatief werken met AI in jouw vakgebied
Instructie:
Lever een individueel portfolio in met vier onderdelen (toepassing, analyse, reflectie, beleid).
Gebruik AI-tools, maar wees transparant over het gebruik.
Vermeld bronnen volgens APA-stijl.
Inleveren via Brightspace vóór [datum].
Totale lengte: 2500–3000 woorden. Presentatie vindt plaats op [datum].
Beoordeling: zie rubric. De presentatie telt mee onder rubriccriterium 7.
Begrip en gebruik van AI
Toetsdeel: Kennisvragen en casusopdrachten
Vorm: Meerkeuzevragen + open vragen in context
Weging: 15%
Prompting en digitale vaardigheden
Toetsdeel: Casusopdrachten
Vorm: Open vragen over inzet van AI-tools en prompting
Weging: 10%
Kritische informatievaardigheden
Toetsdeel: Casusopdrachten
Vorm: Analyse en reflectie op AI-uitvoer en bronnen
Weging: 15%
Ethisch, juridisch en maatschappelijk handelen
Toetsdeel: Kennisvragen en casusopdrachten
Vorm: Meerkeuzevragen + open vragen over wetgeving, privacy en ethiek
Weging: 20%
Leren en lesgeven met AI
Toetsdeel: Casusopdrachten
Vorm: Open vragen over AI-gebruik in onderwijs en leerproces
Weging: 10%
Visie, innovatie en toekomstdenken
Toetsdeel: Casusopdrachten
Vorm: Creatieve opdracht over AI-toepassing en toekomstvisie
Weging: 10%
Beleid en organisatie
Toetsdeel: Casusopdrachten
Vorm: Beleidsvoorstel of analyse van beleidsmatige keuzes
Weging: 20%
Deel A – Kennisvragen: automatisch of handmatig, max. 25 punten
Deel B – Casus: 6 rubriccriteria (1–10 pt); hoogste 5 tellen mee, max. 45 punten
Voor een betrouwbare en transparante beoordeling hanteren we verschillende beoordelingsvormen per toetsdeel:
Deel A – Kennisvragen (25%)
Beoordeling: Automatisch of handmatig (bij open invulvragen).
Criterium: Juist beantwoorde vragen (bijvoorbeeld 10 van de 12 goed = 83%).
Scoreverdeling: Elke vraag telt even zwaar, totaal wordt omgerekend naar een deelcijfer (max. 25 punten).
Deel B – Casusopdrachten (75%)
Beoordeling: Handmatig door examinator op basis van rubric.
Beoordelingsrubric met 6 hoofdcriteria:
Toepassing van AI in vakcontext – Relevantie, effectiviteit en onderbouwing van AI-gebruik
Gebruik van prompting en digitale vaardigheden – Inzet van tools en prompts, passend bij situatie
Kritische beoordeling van AI-output – Diepgang en scherpte van analyse (bias, betrouwbaarheid, toepasbaarheid)
Ethisch en juridisch bewustzijn – Correct gebruik van wetgeving, ethische reflectie en maatschappelijk inzicht
Visie en innovatie – Creativiteit, originaliteit en toekomstgerichtheid in aanpak of voorstel
Beleidsmatig en organisatorisch denken – Praktische en haalbare toepassing van beleid of regels binnen beroepssituatie
Schaal per criterium: 1–10 punten
Maximale score casusdeel: 45 punten (6 criteria x 10, hoogste 5 tellen mee)
Deel B (casusopdrachten): max. 45 punten
Totaal = 70 punten
De weging geeft aan hoe zwaar elk onderdeel van de toets meetelt in het uiteindelijke resultaat. Deze verdeling is afgestemd op de leerdoelen en het belang van toepassing boven kennisherhaling in het HBO.
Weging van de toetsonderdelen:
Deel A, Kennisvragen, 25%
Deel B, Casusopdrachten + rubricbeoordeling. 75%
Totaal, 100%
De cesuur bepaalt welk puntentotaal minimaal nodig is om de toets met een voldoende af te ronden.
Toetsstructuur:
Totaal aantal punten: 70
Kennisvragen: max. 25 punten
Casusopdrachten: max. 45 punten (beste 5 van 6 rubriccriteria)
Voorgestelde cesuur:
Voldoende: vanaf 42 punten
Onvoldoende: 41 punten of minder
Aanvullende voorwaarden:
Minimaal 4 punten op elk van de 5 meegetelde rubriccriteria
Kennisdeel moet minimaal 10 punten (40%) zijn voor voldoende eindscore
Indeling eindniveaus:
0–41 punten, Onvoldoende
42–55 punten, Voldoende
56–63 punten, Goed
64–70 punten, Excellent
Hier geef ik een voorstel voor de planning van de toetsafname binnen het studiejaar. Aangezien de toets in studiejaar 2026–2027 plaatsvindt, is het belangrijk deze goed in te passen binnen het onderwijsprogramma.
TOETSVOORBEREIDING Week 6 – uitleg toetsvorm en oefencasus
TOETSAFNAME Week 8 – casustoets en kennisvragen (in één sessie)
BEOORDELING Week 9–10 – nakijken en normeren
FEEDBACK BESCHIKBAAR Week 11 – via Brightspace
EVENTUELE HERKANSING Week 13 – nieuwe casus, zelfde opbouw
Toetsduur: Maximaal 2,5 uur
Afnamevorm: Fysiek (of digitaal met toezicht, afhankelijk van instelling)
Inleverwijze (digitaal): Indien digitaal: via toetsomgeving zoals TestVision of LMS met toezichtfunctionaliteit.
Deze instructies worden vooraf én tijdens de toets gedeeld met studenten. Ze helpen bij een soepele afname en voorkomen misverstanden.
Toets: Casustoets Digitale Geletterdheid en AI – 2026–2027
Afnamevorm: Digitaal, onder toezicht
Duur: Maximaal 2,5 uur
Locatie: Toegewezen toetslokaal, op locatie
Toetscode: 2025DGAI
Wat moet je meenemen:
Een opgeladen laptop met werkende wifi (BYOD)
Je studentenpas of geldig ID
Eventueel een oplader
Belangrijke instructies:
Gebruik van AI-tools is NIET toegestaan tijdens deze toets. Schoolyear blokkeert alle toegang tot internet en applicaties buiten de toetsomgeving.
De toets bestaat uit twee delen:
Kennisvragen (meerkeuze, juist/onjuist)
Casusopdrachten met open vragen
De toets start in TestVision, beveiligd met Schoolyear. Je krijgt hiervoor een toetscode van de surveillant.
Je mag de toets pas starten na controle van je identiteit.
Houd je laptop zichtbaar op je tafel, je scherm mag niet worden bedekt.
Bij technische problemen: steek je hand op, verlaat nooit zelfstandig je plek.
De toets sluit automatisch na afloop van de tijd.
Bij fraude of gebruik van verboden middelen wordt de toets ongeldig verklaard.
Toetsvorm: Casustoets met kennisvragen
Afnamevorm: Digitaal, onder toezicht
Toetsafname – praktische organisatie:
Locatie: Toetszaal op locatie, ingericht voor digitale toetsing (BYOD)
Studentapparatuur: Studenten gebruiken hun eigen laptop (BYOD)
Toetsplatforms:
Schoolyear: Vergrendelt laptoptoegang, blokkeert websites, logt activiteiten
TestVision: Toetsomgeving voor kennisvragen én casusopdrachten
Identiteitscontrole: Voor aanvang toont student zijn/haar ID
Surveillanten: 1 per 25 studenten, monitoren via Schoolyear-dashboard
Hulpmiddelen: Alleen toegestaan als onderdeel van de toets (zoals een ingebouwde bijlage)
Gebruik van AI-tools: Strikt niet toegestaan tijdens de toets. Instructies en omgeving maken dit duidelijk en technisch onmogelijk.
IT-ondersteuning: Stand-by bij technische problemen, inclusief vervangende laptops indien nodig
Hier beschrijf ik hoe de toets wordt nagekeken, beoordeeld en hoe we zorgen voor betrouwbaarheid en transparantie in het proces.
Beoordeling kennisvragen (deel A – 25%)
Automatische beoordeling via TestVision
Elke vraag telt even zwaar
Bij open invulvragen: handmatige controle door examinator
Resultaten worden automatisch omgerekend naar het deelcijfer (max. 25 punten)
Beoordeling casusopdrachten (deel B – 75%)
Handmatige beoordeling door de examinator op basis van een beoordelingsrubric
Elk criterium (6 totaal) wordt beoordeeld met een cijfer tussen 1–10
Van de 6 rubriccriteria tellen de 5 hoogste scores mee
Totaalscore casusdeel: maximaal 45 punten
Normerings- en controleprocedure
Voorafgaand aan beoordeling: normeringsbijeenkomst met beoordelaars
Bij meer dan 20 studenten: minimaal 10% van de toetsen wordt dubbel beoordeeld
Bij grote scoreverschillen of twijfel: herbeoordeling in overleg
Registratie: Beoordelingen en feedback worden ingevoerd in TestVision of LMS
Eindcijferberekening: op basis van totaalscore uit 70 punten
Afronding en inzage
Resultaten worden geregistreerd in BISON
Studenten krijgen toegang tot hun score en feedback via Brightspace
Inzagemoment op aanvraag, met mogelijkheid tot toelichting
Goede feedback helpt studenten om te leren van hun toetsresultaat en zich gericht te verbeteren.
Feedbackvormen:
Individuele feedback via TestVision / LMS:
Inzicht in behaalde punten per toetsonderdeel
Rubricscores per criterium bij casusdeel
Kort tekstueel commentaar bij elk criterium (optioneel)
Algemene feedback aan de groep:
Samenvatting van sterke en zwakke punten op groepsniveau
Via Brightspace of korte terugblik in de les
Inzagemoment (op verzoek):
Studenten mogen hun toets inzien
Uitleg over gemaakte fouten en rubricscores
Eventueel mondeling toelichting door examinator
Planning feedback:
Individuele feedback beschikbaar: binnen 2 weken na toetsafname
Groepsfeedback: binnen 3 weken
Herkansing: minimaal 1 week na beschikbaar komen van feedback
Het herkansingsbeleid beschrijft wat er gebeurt als een student de toets niet haalt (minder dan 42 punten).
Voorwaarden voor herkansing:
Toetsresultaat < 42 punten
Herkansing verplicht individueel opnieuw maken
Geen deelcijfers meegenomen naar herkansing
Vorm van de herkansing:
Zelfde toetsvorm: casustoets met kennisvragen
Nieuwe casus en nieuwe kennisvragen
Afname via Schoolyear + TestVision, onder toezicht
Opbouw en cesuur identiek aan de eerste afname
Individuele voorbereiding vereist, géén revisie van vorige antwoorden
Feedback voor herkansers:
Verplichte inzage of feedbackmoment voorafgaand aan herkansing
Indien nodig kort individueel gesprek over verbeterpunten
Om de toets eerlijk, betrouwbaar en actueel te houden, wordt regelmatig geëvalueerd en bijgesteld.
1. Evaluatie van de toets:
Wanneer: Binnen 4 weken na de toetsafname
Door wie: Examinator + onderwijsteam
Bronnen:
Resultatenanalyse (spreiding, gemiddelde, cesuurtreffers)
Studentenfeedback (via vragenlijst of nabespreking)
Docentenobservaties en surveillantrapporten
2. Analyse van toetsdata:
Toetsvragenanalyse: Kennisvragen gecheckt op moeilijkheidsgraad, discriminatie-index
Rubricanalyse: Scoreverdeling per criterium, gebruik van volledige beoordelingsschaal
Trendherkenning: Veelgemaakte fouten of knelpunten signaleren
3. Verbetermaatregelen:
Aandachtspunten worden vastgelegd in een toetsverslag
Verbeteringen worden verwerkt in de volgende toetsversie
Jaarlijkse toetscyclus waarin verbeterpunten structureel worden meegenomen
4. Borging van betrouwbaarheid:
Normeringsbijeenkomst bij meerdere beoordelaars
Dubbele beoordeling bij >20 studenten
Gebruik van standaardrubric en vaste beoordelaarsteam